https://journals.sagepub.com/doi/full/10.1177/03795721241229502
Indicators of Cobalamin Status During Pregnancy, Pregnancy Outcome and Long-Term Effects on Offspring Health
Indicatoren van de cobalaminestatus tijdens de zwangerschap, het resultaat van de zwangerschap en de langetermijneffecten op de gezondheid van het nageslacht
Een inadequate cobalaminestatus tijdens kritieke perioden van groei en ontwikkeling kan negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid van moeder en kind.
Inleiding:
Cobalamine speelt een cruciale rol in de groei en ontwikkeling van de foetus en beïnvloedt de methioninetoevoer, aminozuur- en nucleotidensynthese en energieproductie. De dynamische aard van de cobalaminestatus tijdens de zwangerschap, beïnvloed door fysiologische eisen, maakt het noodzakelijk om zwangerschapsspecifieke referentie-intervallen vast te stellen.
Bevindingen:
Maternale cobalaminestatus:
De cobalamineniveaus dalen tijdens de zwangerschap, waarbij fysiologische eisen en voedingspatronen van invloed zijn op de status. Een laag maternaal cobalaminegehalte wordt in verband gebracht met miskramen, intra-uteriene groeivertraging en NTD’s. Ondanks deze associaties zijn de onderzoeksresultaten niet eenduidig. Ondanks deze verbanden zijn de onderzoeksresultaten gevarieerd, waarbij sommige onderzoeken geen directe correlatie vinden tussen de cobalaminestatus en ongunstige zwangerschapsuitkomsten.
Gezondheid van het nageslacht:
Een lage cobalaminestatus van de moeder is in verband gebracht met ongunstige metabole en neurologische ontwikkelingsresultaten bij de nakomelingen. Deze associaties kunnen per geslacht verschillen en zouden epigenetische mechanismen kunnen hebben. De toenemende prevalentie van cobalamine insufficiëntie, deels als gevolg van verschuivingen naar plantaardige diëten, leidt tot bezorgdheid over mogelijke gevolgen voor de gezondheid.
Cobalamine via de voeding en supplementen:
De balans tussen foliumzuur en cobalamine is cruciaal, waarbij sommige onderzoeken suggereren dat een hoge foliumzuurstatus de negatieve effecten van een lage cobalaminestatus kan verergeren. Het wijdverbreide gebruik van foliumzuursupplementen zonder gelijktijdige controle van de cobalaminestatus rechtvaardigt heroverweging.
Conclusies:
De variabiliteit van de cobalaminestatus tijdens de zwangerschap en de gevolgen daarvan voor de gezondheid van moeder en kind onderstrepen de noodzaak van uitgebreide monitoring en referentie-intervallen die zijn afgestemd op de zwangerschapsfasen.
De langetermijngevolgen van cobalaminegebrek bij de moeder, met name in de context van veranderende voedingstendensen, vereisen verder onderzoek om richtlijnen voor suppletie en voedingsadvies te onderbouwen.
De balans tussen de inname van cobalamine en foliumzuur tijdens de zwangerschap blijkt een kritieke factor te zijn in het voorkomen van ongunstige gezondheidsresultaten, waardoor een holistische benadering van prenatale voeding nodig is.